‘Nieuwsbegrip’ is het softe Westerse equivalent van de politieke indoctrinatie in communistische landen als Hongarije, Polen en de DDR tussen 1948 en 1989.
Nederland is op weg om geleidelijk aan een softe versie van de DDR te worden, een soort ‘DDR light’.
Hoewel in Nederland in politiek en economisch opzicht formeel pluralisme bestaat, dat wil zeggen dat verschillende politieke opvattingen, bewegingen en partijen met elkaar mogen concurreren, zijn er enkele maatschappelijke sectoren die een totalitair karakter hebben aangenomen. Waar geen liberale, christen-democratische of onafhankelijke geluiden meer te horen zijn, maar alleen nog maar dit of dat aspect van het post-marxistische wereldbeeld.
Het beste voorbeeld is natuurlijk de media, waar de verhouding links-rechts zoals onlangs genoemd in de buurt ligt van 78% op 1%. Dat zijn DDR-verhoudingen.
De belangrijkste totalitaire sector momenteel is echter het onderwijs: daar moet je een liberaal standpunt met een vergrootglas zoeken. Tekstjes voor Nederlands, Engels of Geschiedenis worden geselecteerd op linkse teneur, in de leerboeken opgenomen en aan de scholieren voorgelegd. De hersenspoeling is constant, en als kinderen niet zo flexibel en resistent zouden zijn, zouden we in Nederland al lang een soort linkse tegenhanger van de Hitler-jugend gehad hebben. Een nieuwe generatie gelijkgeschakelde, gelijk voelende, gelijk willende en handelende robots.
Niet-linkse opvattingen worden al in de opleidingsfase geëlimineerd. De jeugd wordt daar gezien als bouwmateriaal voor een sociaal rechtvaardige, multiraciale en milieuvriendelijke toekomst. Leraren zien kinderen als klei en zichzelf als kunstenaars. Onder het mom van “worden wie je bent” worden kinderen op steeds jongere leeftijd geïndoctrineerd met alle aspecten van het linkse wereldbeeld.
Het model is: eerst overspoelen met ellende en dan de linkse oplossing aanbieden. Traumatiseren en herprogrammeren.
Enkele willekeurige voorbeelden: “Orkaan Hagupit raast over Filippijnen” met foto van verwoeste huizen (Nieuwsbegrip, week 50, 8 december 2014 – tekst niveau A). “Meer dan veertig mensen hebben het leven al verloren. Dat kwam door verdrinking of door ontwortelde bomen. De orkaan trekt nu verder.” Vervolgens moeten kinderen bij opdracht 2 de orkanen Hagupit en Haiyan middels twee overlappende cirkels met elkaar vergelijken. De een woei 195 km per uur, hoe hard woei de ander? Etc.
Verder een artikel over cacao (week 49), dat wordt gebruikt om de aanval op de vrije markt in te zetten. Er wordt beweerd dat er een tekort ontstaat aan chocola doordat de cacao-boeren te weinig geld krijgen voor hun bonen. “Maar boeren worden ook slecht betaald voor hun cacao. Ook daarom stoppen ze vaak met cacao telen.” Dit is kennelijk bedoeld om in een vroeg stadium de werking van de vrije markt in diskrediet te brengen. Als er een tekort aan cacaobonen ontstaat, moet normaliter de prijs van de cacaobonen omhoog gaan en krijgt de boer juist meer geld voor zijn waar. Dat is de wet van vraag en aanbod.
Als het marktmechanisme niet werkt, is er kennelijk sprake van een monopolie of van regulering van de markt in meer of mindere mate.
Vervolgens (week 35), om de kinderzieltjes opnieuw een stukje onzekerder te maken, een bericht over een nare ziekte. “A-L-S is een ongeneeslijke ziekte. Daarbij vallen je spieren één voor één uit”. Vervolgens een foto van de actie met koud water over je heen en de bizarre vraag: “Probeer het je eens voor te stellen: je krijgt een emmer ijswater over je heen. Wat voel je allemaal?”
Wat zitten die neo-marxistische fanatici daar allemaal te roeren in de zieltjes van onze kinderen?
Wat is dit weer voor debiele vraag? Wat heeft dat met onderwijs te maken?
En dan als uitsmijter de vraag: “Wat vind je van mensen die weigeren om mee te doen met de actie?”
Dit is de meest totalitaire van de voorbeelden van vandaag. Want als links iets goed bedoelt, heeft niemand het recht om er niet aan mee te doen. Vandaar de massa-evenementen in communistische landen. De etherlichaampjes moeten gelijkgeschakeld worden, zodat het Heil kan incarneren in de Graal van de groepsziel.
Weg met het Individu, Leve de Groepsmens.
Pinochet liet je tenminste met rust, als je niet aan zijn machtsbasis tornde. Castro dwong je echter om met van alles mee te doen. Dat is het verschil tussen een militaire dictatuur en een totalitaire dictatuur. De een onderdrukt je als je je verzet, de ander als je niet meedoet.
In de praktijk is dat het verschil tussen beperkte vrijheid en totale onvrijheid.
In Chili kon je rustig leven, als je het type was dat zich niet met politiek bemoeide. In Castro’s Cuba kwam je in de gevangenis, als je je niet met politiek bemoeide, want daar moest je voortdurend meedoen met allerlei massa-evenementen.
Met de laatste vraag proberen de onderwijzers bij de kindertjes de basis te leggen voor de het totalitaire reflex dat non-participatie moet worden uitgeschakeld.
Verder met week 39 (22 september 2014): “Grootste uitbraak van ebola ooit” met foto van creperende Afrikaan en man met wit pak ernaast. Een citaat (let ook op de infantiele korte zinnen en op zinnen die beginnen met een voegwoord): “Elk jaar sterven er mensen aan ebola. Vooral in Afrika. Maar nu is het wel heel erg. De ziekte verspreidt zich heel snel. Het begon in maart, in Guinee. Een jongetje van twee en zijn moeder kregen de ziekte, Ze stierven… Er zijn nu al ongeveer 2700 doden”, etc.
Weer wordt de stervende medemens voor de 10-jarige kinderzieltjes opgevoerd. Niet in een toneelstuk, want dan leren ze ermee omgaan, maar als feit dat ze tot zich moeten nemen.
Daarna volgt op een korte uitleg over virussen (let opnieuw op het infantiliserende staccato): “Ebola is een virus. Virussen zijn superklein. Je kunt ze niet zien. Buiten je lijf kunnen ze niets doen. Maar als ze in je lichaam komen, dan wel. Ze maken je ziek, soms zelfs heel ziek. Je kunt daar niet zoveel aan doen”, zo ratelt de calvinistische onderbuik verder.
Dan hebben we in week 42 (oktober 2014) het artikel over Malala Yousafzai die de Nobelprijs voor de vrede heeft gewonnen voor haar inspanningen voor meer gelijke rechten voor vrouwen in Pakistan. Nog steeds voor 10-jarige kindjes.
Malala werd door neergeschoten, zo verhaalt de tekst, omdat “niet iedereen het ermee eens was” dat meisjes ook naar school moesten kunnen. Het feit dat Pakistan een islamitische staat is, wordt heel correct weggelaten.
In andere ‘Nieuwsbegrip’-lessen is aandacht voor
- de moord in koelen bloede op de redactiemedewerkers van Charlie Hebdo
- tsunamis
- afschuwelijke aandoeningen die je van roken kunt krijgen (de leerkracht zoekt er een schokkende foto bij en toont die op het digitale schoolbord)
- aardbevingen in Groningen
- tornados in Amerika
- de herdenking van 9/11
- met als esthetische voorbeeld de Vrouw met de Baard op het Eurovisie songfestival in 2014
Het is natuurlijk schokkend dat de linkse taliban van het onderwijs kinderhoofdjes volstoppen met zo veel schokkende, verontrustende, afschuwelijke en walgelijke informatie.
Ze mogen dat ook helemaal niet doen, want die beslissing behoort tot de levenssfeer van het gezin, tot de bevoegdheid van de ouders.
Hoewel in hogere zin bedoeld om volgzame schapen te kweken voor de komende Orwelliaanse samenleving, waarin Links het denken beheerst en Rechts de portemonnee, zijn er op lager niveau leerkrachten die denken dat ze met dit hersenspoelingsprogramma een betere, linksere wereld creëren.
Maar daarin ze vergissen zich, want het enige dat daadwerkelijk bij de kinderen wordt bereikt op het gebied van maatschappelijke betrokkenheid, is dat er verzadiging optreedt. Kinderen krijgen nachtmerries van de nieuwsbegrip-pornografie. Door de overkill aan narigheid sluiten kinderen hun ziel af, zoals een mens zijn oog sluit als er een stofje inwaait.
Er treedt een gezond en natuurlijk overlevingsmechanisme in werking dat ervoor zorgt dat de kinderen oppervlakkiger met het leed van hun medemensen omgaan, want ze kunnen het niet meer verwerken. Het politieke en politiserende vakonderdeel ‘Nieuwsbegrip’ werkt dus juist desinteresse in de medemens in de hand.
Dat is al gaande door de funeste invloed van bepaalde films of videospelletjes, door indringende videoclips en door uitgekiende reclames, waaraan kinderen zijn blootgesteld. Alsmede door de goededoelen-pornorafie die je in steden op straat tegenkomt in de vorm van foto’s van inmiddels overleden mensen die jong en oud vanaf hun poster aanstaren (omdat ze op het moment van de foto terminaal ziek waren) – in Amstelveen hingen die posters bij de uitgang van de school, zodat uitgaande kindjes letterlijk in de blik van een geest staarden -, mannen met borsten en een baby eraan (van een feministische stichting die wil dat mannen zich meer bemoeien met de opvoeding) of een reusachtig condoom dat van de Munttoren in Amsterdam wordt afgerold (in het kader van de wereldwijde strijd tegen Aids).
Kortom, de linkse onderwijstaliban schieten zichzelf met deze vorm van hersenspoeling in de voet: in plaats van kinderen die meer betrokken raken bij allerlei binnen- en buitenlandse maatschappelijke wantoestanden, creëren ze een generatie die wegvlucht in oppervlakkigheid en onverschilligheid.
En doordat de kinderzieltjes eerst worden afgebroken en daarna weer opgebouwd, krijg je groepsdieren die net zo vatbaar zullen zijn voor extreem-rechts, als voor de extreem-linkse SP-opvattingen van de onderwijzers.