Om een verschijnsel te doorgronden, moet men het zowel in zijn totaliteit begrijpen, als in detail.
Het lager en middelbaar onderwijs in Nederland bevindt zich in een fundamentele transformatie, namelijk van een middel tot kennisoverdracht aan kinderen en jongeren, dat erop gericht is om hen de vaardigheden aan te reiken waarmee ze zich later in de maatschappij kunnen redden, naar een middel tot ideologische indoctrinatie van de jeugd als bouwsteen voor een mooie linkse toekomst.
Het onderwijs functioneert als voorpost voor de totale transformatie van de maatschappij door de overheid, althans de ideologische stroming die zich bedient van de dwangmiddelen van de overheid om haar totalitaire doelstellingen te verwezenlijken.
Het middel dat gebruikt wordt is het meest dodelijke dat er is: de salamitactiek. Ook wel bekend als “gradualism”, “incrementalism” of “totalitairian tiptoe”. De salamitactiek is bedoeld om het bewustzijn af te dempen en verzet te ontmoedigen.
Als je immers een maatregel, die de meerderheid van de betrokkenen niet wenst, direct invoert of aankondigt, beseffen de betrokkenen dat er een situatie gecreëerd wordt die schadelijk is voor hun huidige of toekomstige belangen en komen zij in het verweer. Het is mogelijk dat door dat verzet de maatregel niet kan worden ingevoerd en het hele project, met alle verheven einddoelen, loopt dan gevaar.
Daarom is het voor een succesvolle salamitactiek belangrijk dat je je doelstellingen niet uitspreekt.
Als je bijvoorbeeld van plan bent om in Hongarije tussen 1945 en 1948 een communistische eenpartijstaat op te richten, moet je dat niet openlijk verklaren. Je moet een voor een de katholieke, protestantse en liberale uitgeverijen, scholen en andere instellingen sluiten, het liefst naar aanleiding van een incident of zo. Vervolgens gebruik je het verzet daartegen om de geheime politie extra bevoegdheden te geven, etc.
Als je vanaf het begin al de droom hebt gehad om een Europese superstaat te stichten, maar de meerderheid van de bevolking van de betrokken landen voelt daar niets voor, moet je geleidelijk te werk gaan: eerst een pilot in de vorm van een beperkte douane-unie in de vorm van de Benelux, eerst samenwerking op het gebied van kolen en staal. Dan het project afschilderen als vorm van economische samenwerking en uitbreiden naar andere sectoren van de economie, vervolgens een gezamenlijke munt introduceren – opnieuw met economische argumenten – en uiteindelijk via kunstmatig gecreëerde crises steeds meer supranationale bevoegdheden en instellingen creëren. Waarbij de instellingen in werkelijkheid vaak al bestaan voordat ze op papier worden opgericht. Totdat de nieuwe generatie wakker wordt in wat Vladimir Bukovsky van het Cato-instituut de “EUSSR” noemt.
Hetzelfde geldt voor de transformatie van het onderwijs van kennisoverdracht naar ideologische indoctrinatie.
Je moet het niet zeggen, maar wel doen, beetje bij beetje. Vergelijk het met een ruziezoeker, die op straat steeds iets dichter bij je komt te staan. Op een gegeven moment heeft hij al je persoonlijke ruimte afgepakt, maar als je die wilt terugpakken, moet je of wegvluchten, of hem terugduwen. In het eerste geval doe je vrijwillig afstand van je territorium, in het tweede geval kan hij verontwaardigd zeggen dat jij de gewelddadigheden bent begonnen.
In werkelijkheid is hij natuurlijk de agressor, maar hij is zo slim geweest om zijn agressie te faseren en te maskeren, waardoor hij jouw reactie kan gebruiken om zijn eigen strategische doelstellingen te bereiken.
Om slechts drie details van de onderwijstransformatie te noemen, die via ons via ons netwerk bekend zijn geworden:
1 – de kinderen van klas 4 mogen van de school geen pindakaas op hun brood smeren.
Formele reden: beperken van risico op een aanval, omdat een jongetje in de parallelklas (sic!) allergisch is voor noten.
Werkelijke reden: afbraak van weer een klein stukje van de macht van de ouders, die tot dan toe bepaalden wat een kind wel en niet mag eten.
2 – de kinderen van de hele lagere school moeten op vrijdag fruit meenemen naar school.
Formele reden: bijdragen aan de gezondheid van de kinderen door stimuleren van gezonde voeding.
Werkelijke reden: afbraak van weer een klein stukje van de macht van de ouders, die bepalen wat hun kind moet eten.
3 – de kinderen van klas 5 krijgen “verkeersexamen”. Het is natuurlijk niet de zaak van de school, maar van de ouders om de kinderen te leren om veilig deel te nemen aan het verkeer. Voor “verkeersexamen” moet je een fiets hebben. De fiets moet in goede staat zijn. Als de fiets niet in goede staat is, bijvoorbeeld doordat het achterlicht het niet doet, kan je kind een onvoldoende krijgen. Voor de beoordeling van de staat van onderhoud van de fietsen, worden vrijwillige klassenouders ingeschakeld.
Formele reden: bijdragen aan de veiligheid van de kinderen door hen te leren fietsen en op het onderhoud van de fiets te controleren.
Werkelijke reden: weer een kleine inbreuk op de particuliere levenssfeer van het gezin. Verkeersopvoeding wordt afgepakt van de ouders en tot vak gebombardeerd (1e stap), dan worden ouders gedwongen om een fiets aan hun kinderen ter beschikking te stellen (2e stap) – als zij die niet hebben, dan moeten ze er een kopen -, vervolgens wordt de verantwoordelijkheid voor het onderhoud van de fiets van de ouders afgenomen (3e stap) en tenslotte moeten ouders zich laten welgevallen dat andere ouders mede bepalen of hun kind een voldoende of onvoldoende krijgt voor het verkeersexamen (4e stap). Met dat laatste wordt, niet in graad maar wel in principe, weer een klein kenmerk van de totalitaire regimes in Oost-Europa tussen 1945 en 1989 overgenomen: verdeel- en heers tussen de ouders.
Deze drie details tonen, juist omdat het om kleine voorbeelden uit de dagelijkse praktijk gaat, dat scholen de opvoeding van de ouders geleidelijk aan afpakken. Als je de lijn doortrekt, zal het proces over 10 tot 20 jaar voltooid zijn en is de strategische doelstelling uit het Communistisch Manifest van Karl Marx en Friedrich Engels (1848) en van de naoorlogse culturele marxisten om het gezin te ontbinden, voor een belangrijk deel bereikt.