De berichtgeving over de demonstraties van de zogeheten ‘Gele Hesjes’ tegen het beleid en de persoon van president Emanuel Macron, behoeft aanvulling.
De demonstraties zijn begonnen als protest tegen de reeds doorgevoerde en de voor 2019 voorgenomen extra verhoging van de accijns op brandstof, maar nemen allengs de vorm aan van een heuse opstand tegen het beleid van de huidige regering.
De brandstofverhoging is pijnlijk voor de bevolking op het platteland, omdat die aangewezen is op de auto voor boodschappen, het regelen van administratieve zaken en het werk.
Openbaar vervoer is op het platteland niet aanwezig en reiskosten worden in Frankrijk niet vergoed. Werknemers kunnen vanaf een bepaalde reisafstand een deel van hun reiskosten aftrekken van hun inkomstenbelasting, maar die moeten ze wel tot het einde van het jaar voorschieten.
Als je aan het einde van de maand 100 euro overhoudt, en dat is het geval voor miljoenen Fransen op het platteland, dan ben je door de verhoging van de dieselprijs al gauw een paar tientjes meer kwijt per maand.
Zo wordt het destructieve effect van regeringsbeleid op de koopkracht wel heel direct zichtbaar.
Die reisafstand komt mede doordat de Franse overheid heeft toegestaan dat veel banen naar lage-loonlanden werden verplaatst. Als u de klantenservice van Orange belt, wordt u doorverbonden met Tunesië.
Dus het ‘globalisme’ zorgt ervoor dat men vaker verder moet reizen omdat werk schaarser is geworden.
In tegenstelling tot wat mensen denken werken Fransen keihard. Dat wil zeggen Fransen die niet in overheidsdienst werken.
Vooral uitzendwerk in Frankrijk is bruut: 20 minuten pauze per 5 uur buffelen in een fabriek, inclusief aan en uitkleden, dus effectief 10 minuten. Slecht zittende werkkleding, wisselende diensten, blaffende managers. Geen Nederlandse koffie- of theepauzes. Lage uurlonen.
Pensioenen of uitkeringen van 450 per maand zijn heel gewoon. En dan de kleine dingen van de afgelopen jaren: Technische eisen van de APK’s zijn opgeschroefd, waardoor arbeiders met lage lonen zich geen autootje meer kunnen veroorloven. Afval verbranden in je tuin mag niet meer, dus moet je zaterdag in de rij staan bij de milieustraat, etc. Het zijn allemaal van die dingetjes.
Dat heeft er toe geleid – precies zoals wij u in onze reeks blogs over de Franse verkiezingen van begin 2017 hebben voorspeld – dat het land aan het uiteenvallen is in twee kampen.
De Franse media hebben begin 2017 overweldigende steun aan Macron gegeven. Sterker nog, met goed getimede onthullingen over de conservatieve kandidaat François Fillon tijdens de verkiezingscampagne, hebben ze Macron aan de macht geholpen. Daardoor zien de Fransen de media nu als een soort ‘ministerie van propaganda’ van de overheid.
Bovendien berichten de media zeer eenzijdig over de demonstraties van de Gele Hesjes. Dat leidt tot een ongenuanceerde en onvolledige beeldvorming, die door de buitenlandse media wordt overgenomen.
Dit weekend werd een gebouw van BFM TV belegerd, omdat die zender de opstand afschildert als een provocatie van extreem-linkse en extreem-rechtse herrieschoppers, in plaats van wat het werkelijk is, een door 70% van de Fransen gesteunde revolutie van gewone mensen die jarenlang zijn afgeknepen door tiranniek regeringsbeleid.
Het gebouw van de elite-zender was gebarricadeerd en afgeschermd met 2 meter hoge houten platen. Demonstranten staken een kerstboom in de fik voor een van die platen en dat was dan een ‘poging om het gebouw in brand te steken’.
De opstand van de Gele Hesjes lijkt op die van het Hongaarse volk in 2006 tegen het bewind van de toenmalige socialistische regering, nadat bekend was geworden dat die het parlement had misleid en weigerde om op te stappen.
Er lopen enkele tientallen relschoppers rond, waarvan enkelen agents provocateurs blijken te zijn van de politie. Daar zoomen de media en de regering op in om vervolgens de hele groep demonstranten af te schilderen als extremisten.
De demonstranten trekken vervolgens naar de gebouwen van radio en televisie, net als in 2006 in Boedapest.
De media berichten dat de demonstranten de politie aanvallen, terwijl de politie in een aantal gedocumenteerde gevallen – die de media niet berichten – begint met gewelddadigheden, door op eigen initiatief traangasgranaten af te vuren op een vreedzame demonstratie.
De politie drijft de menigte niet uiteen, maar omsingelt ze, pint ze vast en ramt ze in elkaar of vergast ze met traangasgranaten. Willekeurige afzonderlijke demonstranten worden door een groep politie-agenten in elkaar gerost. Een geel hesje dat gewoon op de stoep loopt wordt door politie aangevallen en in elkaar geslagen. Het incident wordt gefilmd en op Youtube gezet. Hij valt op de grond, de politie gaat om hem heen staan en begint hem schoppen.
Het grootste deel van de Franse politie doet gewoon zijn werk, maar een deel van de politie gebruikt extreem en disproportioneel geweld tegen volstrekt onschuldige demonstranten.
Het lijkt erop dat er binnen de Franse politie eenheden zijn – het zal gaan om zo’n 10% – die opdracht hebben om niet de relschoppers, maar juist de vreedzame meerderheid van de demonstranten aan te pakken om zo de gehele beweging te ontmoedigen.
Daarbij wordt, opnieuw net als in 2006 in Boedapest, met rubberen kogels op ooghoogte geschoten. Demonstranten verliezen ogen, een demonstrant verloor dit weekend zelfs een hand. Dat wordt door de Westerse media – nu ze eenmaal partij gekozen hebben voor de regering, in plaats van hun werk te doen – allemaal weggelaten.
Er zijn zaterdag 1400 arrestaties verricht. Een deel daarvan bestond uit relschoppers, maar een groot deel betrof vreedzame demonstranten die willekeurig uit de menigte gepikt werden.
Het lijkt erop dat in december 2018 de Franse regering bewust een strategie doorvoert van op één hoop gooien van de 1% relschoppers met de 99% vreedzame demonstranten om de spontane volksbeweging in diskrediet te brengen.
En vervolgens – met behulp van de regeringsgezinde media – een rechtvaardiging op te bouwen om de vreedzame beweging met geweld te onderdrukken.
Dit is een fatale inschattingsfout. Dat zal er alleen maar toe leiden dat het verzet toeneemt.
De opstand van de Hongaren leidde uiteindelijk tot de electorale vernietiging van de als globalistisch en multi-culturalistisch beschouwde linkse regering en tot 3 nationaal-conservatieve regeringsperiodes van Viktor Orbán.
De vraag is echter of de Franse opstandelingen het geduld van de Hongaren kunnen opbrengen om 3,5 jaar te wachten tot ze bij de volgende verkiezingen hun regering naar huis kunnen stemmen. De Franse geschiedenis kennende, is dat niet 100% gegarandeerd.
Macron is de juiste persoon in de huidige crisis, maar met het verkeerde beleid en met verkeerde adviseurs. Hij moet zijn strategie herzien, anders bereidt hij de weg voor de verkiezingsoverwinning van Marine le Pen, te beginnen bij de Europese verkiezingen in 2019 en uiteindelijk in Frankrijk.
Maar er is ook een kans dat het zo lang niet duurt. De laatste keer dat dergelijke grootschalige demonstraties uitbraken was in 1968. Dat leidde toen tot het vroegtijdig aftreden van de laatste grote president die Frankrijk gekend heeft, Charles de Gaulle.