De krant die zelf voorop loopt bij de gelijke participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt in het algemeen en in topfuncties in het bijzonder, blijkt zelf maar een klein deel vrouwen in dienst te hebben.
Nemen we het colofon van 15 augustus 2015 als bron, dan blijkt dat de topposities door mannen worden bekleed.
De hoofdredacteur is een man, de plaatsvervangend hoofdredacteur is een man en de centrale redactie bestaat uit vijf mannen en één vrouw.
Overtuig uzelf: omdat je het tegenwoordig op basis van naam alleen nooit helemaal zeker kunt weten, hebben we de foto’s bijgesloten.
De centrale redactie:
Dus het staatshoofd, de premier en vijf zesde van het kabinet bestaat uit mannen. Dat is mager.
Bij de verslaggeverij doen vrouwen het beter, daar is het min of meer 50-50. Maar dat is het enige onderdeel van de redactie, waar de man-vrouw verhouding een afspiegeling van de bevolking vormt.
Bij de redactie binnenland gaat het weer mis: vijf mannen, één vrouw.
Van de vrouwelijke participatie bij de buitenlandcorrespondentie word je ook niet vrolijk: twaalf mannen tegenover drie vrouwen.
Bij de politieke redactie is het zes tegen twee, bij de redactie economie is het tien tegen twee: meent men bij de Volkskrant soms dat vrouwen geen verstand van de economie hebben of konden ze niemand vinden?
De sportredactie, tenslotte, is een 100% mannenbolwerk.
Wat is de reden van de oververtegenwoordiging van mannen en de ondervertegenwoordiging van vrouwen bij de Volkskrant? Konden ze geen geschikte kandidaten vinden of hebben ze een voorkeur voor mannen?
Het blad zou de verhouding man-vrouw zo snel mogelijk weer in evenwicht moeten brengen.
En hoe zit het met de overige minderheden?
Is de Volkskrant percentueel gezien niet een stuk blanker dan de Nederlandse bevolking? Je moet in het colofon met een vergrootglas zoeken naar namen die duiden op journalisten van Marokkaanse, Turkse of Surinaamse afkomst.
En hoe zit het met de seksuele minderheden?
Hoeveel lesbische vrouwen hebben een plaatsje bij de Volkskrant? En hoeveel homoseksuele mannen?
Het zou de krant sieren als zij intern onderzoek zou verrichten naar de laatste twee categorieën (etnische en seksuele minderheden) en openheid van zaken zou geven.
Waarbij zij opgemerkt dat – hypothetisch gesproken – twee Surinaamse journalisten niet de noodzaak wegnemen voor een Turkse geluid of een Marokkaanse invalshoek. En dat – opnieuw hypothetisch gesproken – het feit dat er bijvoorbeeld twintig homoseksuele mannen werken, niet de rechten wegneemt van de lesbische vrouwen om ook proportioneel vertegenwoordigd te zijn in een van de grootste dagbladen van dit vooruitstrevende land.