Het commentaar van mail.ru bij foto 1 van 12 luidt: ‘Op 8 mei 1868 werd Nikolaas Romanov geboren in Tsarskoje Selo. Hij was de laatste Russische tsaar en een van de meest opmerkelijke figuren van de vaderlandse geschiedenis. De discussie over zijn persoon duurt tot op de dag van vandaag voort.’
Foto 2/12 toont grootvorst Nikolaas Aleksandrovitsj op 3-jarige leeftijd, foto 3/12 op vijfjarige leeftijd en foto 4/12 begin dertig.
Foto 5/12 toont hem met zijn vrouw, tsarina Aleksandra Fjodorovna, foto 6/12 tijdens de jacht, foto 7/12 met zijn neef George de Vijfde, koning van het Verenigd Koninkrijk, met wie hij een uiterlijke gelijkenis vertoonde.
Foto 9/12 toont Nikolaas de Tweede op 20 juli 1914 op het balkon van het Winterpaleis, waar hij met tegenzin de oorlogsverklaring aan Duitsland aflegde. Deze foto staat in sterk contrast staat tot foto 11/12, de mooiste foto van de serie, waarop Nikolaas Romanov te zien is met zijn gezin.
Deze foto is gemaakt in 1913 en toont de tsaar zittend naast zijn echtgenote en omringd door zijn vier prachtige dochters Tatiana, Maria, Olga en Anastasia, en door zijn aan hemofilie lijdende zoon Aleksej.
Hieronder een foto waar de namen van de kinderen bij staan, die geen deel uitmaakt van de serie op mail.ru.
Onder de link naar de fotoserie staat een link naar een artikel over het voorstel van Jevgeni Gerasimov, lid van de gemeenteraad van Moskou en hoofd van de Commissie voor Cultuur en Communicatie, om het standbeeld voor Nikolaas de Tweede niet in Moskou, maar in Sint Petersburg neer te zetten.
Hij reageert daarmee op een eerder voorstel van Ivan Soecharjov, eerste vice-voorzitter van de Commissie voor Maatschappelijke en Religieuze organisaties, om een gedenkteken voor Nikolaas de Tweede te plaatsen in een van de straten van Moskou.
Gerasimov meent namelijk dat de historische symboliek beter tot zijn recht komt in Sint Petersburg, omdat de laatste tsaar immers een innige band had met die stad en zich daar tussen 1732 en 1917 de officiële residentie van de Russische tsaren, het Winterpaleis, bevond.
Vanaf januari 2018 gaat de Koninklijke Bibliotheek (KB) onze website archiveren en voor langere termijn bewaren. De KB heeft een afdeling ‘Webarchivering’ die delen van het digitaal erfgoed bewaart.
Zij heeft in het kader van haar taakstelling een selectie gemaakt van websites die als verzameling een representatief beeld geven van de Nederlandse cultuur, geschiedenis en samenleving op het internet.
Uw website michielklinkhamer.com valt binnen die selectie.
De gearchiveerde websites zijn in te zien bij de KB en in de toekomst ook via internet.
Wij juichen het initiatief van de KB toe en zijn haar erkentelijk voor haar keuze om michielklinkhamer.com in haar selectie op te nemen.
Sinds 1987 publiceert NRC Handelsblad wekelijks een cryptogram van Jelmer Steenhuis met de naam ‘Scrypto’.
Steenhuis nam de cryptogram over van voormalig hoofdredacteur Henk Scheltes en voegde ‘als stil eerbetoon’ aan zijn illustere voorganger de letter S aan de naam van de puzzel toe. Zo ontstond de benaming ‘Scrypto’.
Op zijn website zegt Steenhuis verder over de naamsverandering: “Ik heb geprobeerd die S symbool te maken van Speels, Spannend, Scherp, Smaakvol, Spits, Spraakmakend, Sterk en Scabreus”.
Steenhuis heeft in 30 jaar een indrukwekkende serie scrypto’s neergezet. Nu hij – sensitief voor symboliek als hij blijkt te zijn – wellicht na 30 of 33 jaren gaat stoppen, zullen wij als stille saluut aan de scrypto-meester ter aanvulling op bovengenoemde opsomming een achttal adjectieven bedenken, dat eveneens begint met de letter S en dat koppelen aan een summiere selectie van de meest sublieme scrypto’s van de afgelopen 30 jaar.
We beginnen met de Sardonische Scrypto van 11 mei 2002. Dat was vijf dagen na de moord op politicus Pim Fortuyn en één dag na diens begrafenis.
Een greep uit de 26 omschrijvingen en oplossingen:
‘Die tragische figuur is slecht nieuws in Scheveningen’ (antwoord: ‘Pierrot’)
‘Verbaasd dat je op dit moment geen energie hebt’ – (‘nou moe’)
‘Serie rookwaren voor de naaste toekomst – (‘pijplijn’)
“Te ambitieus programma van de kok – (‘geen haalbare kaart’)
‘Passend getatoeëerd – (‘op het lijf geschreven’)
‘Werkman die steeds ongewenster is in openbare ruimten -(‘roker’)
‘Zuur voor de verliezer (‘inmaakazijn’)
‘Partijkader – (‘lijst’)
‘Hé vogel, ga eens even ergens anders staan – (‘verhip’)
‘Ruimtewandeling – (‘mars’)
Wat krijgen we nou? De zaterdagpuzzel staat vol met toespelingen op de zojuist overleden en door het NRC volop ‘geridiculiseerde’ politicus!
‘slecht nieuws’ in ‘Scheveningen’ – waar de ambtswoning van de minister-president van Nederland zich bevindt – betekent dat het premierschap van de heer Fortuyn ongewenst was
de ‘tragische figuur’ is natuurlijk de idealistische politicus, die zo onverwacht en vroegtijdig uit ons midden is verdwenen
een ‘serie rookwaren’ is een toespeling op de sigaren die Fortuyn regelmatig in zijn mond stak en de oplossing ‘pijplijn’ een toespeling op zijn openlijk beleden homoseksuele geaardheid
en de werkman die ‘steeds ongewenster’ was ‘in openbare ruimten’ – antwoord ‘roker’ – is natuurlijk dezelfde sigarenliefhebber.
in ‘verbaasd dat je op dit moment geen energie hebt’ lijkt Steenhuis zich direct tot de ziel van de vermoorde politicus te richten
Fortuyn had inderdaad een ‘te ambitieus programma’ dat inderdaad ‘geen haalbare kaart’ is gebleken
Volkert van der Graaf, die voor de moord is veroordeeld en aan wie de schoten door hoofd en nek van Fortuyn worden toegeschreven, heeft de al te ambitieuze politicus inderdaad ‘passend’, dat wil zeggen verdiend, ‘getatoeëerd’
Zo vlak voor een voorspelde verkiezingsoverwinning, is het inderdaad ‘zuur’ dat de politicus geen winnaar, maar ‘verliezer’ is geworden. Want met zes kogels in je lijf, kun je natuurlijk moeilijk een regering vormen
Een ‘ruimtewandeling’ is inderdaad wat Fortuyn in het hiernamaals aan het maken was op dat moment
‘Verhip’ en ‘Nou moe’ bagatelliseren het misplaatste verdriet om het verlies van de politicus, net zoals de Krekel op de voorpagina van het NRC Handelsblad een dag eerder deed (‘Nederland schiet vol’ door ‘W.A. Treurniet’ uit ‘Rotterdam’), waar trouwens ook een beetje de stoute signatuur van Steenhuis aan af te lezen valt
en de oplossing ‘Lijst’ voor de omschrijving ‘Partijkader’ heeft natuurlijk betrekking op de enkele weken daarvoor door Fortuyn haastig in elkaar geflanste politieke partij Lijst Pim Fortuyn, die zijn naam droeg.
Op 3 oktober 2017 werd onze redacteur op weg van Frankrijk naar Nederland bij Breda gesandwiched tussen een vrachtwagen en een personenauto.
Toen hij invoegde werd er ‘een blok’ gezet van een vrachtwagen met een personenauto, die niet naar de linker rijbaan uitweken en ook hun snelheid niet aanpasten.
Daardoor moest onze redacteur ófwel accelereren tot 170 km/uur om erlangs te schieten, ófwel afremmen tot 60 km/uur om erachter te duiken. Beide opties waren riskant en onze redacteur koos voor de beperkte ruimte tussen beide voertuigen. Niemand gaat voor zijn tijd, overwoog onze redacteur, en als het mijn tijd is, geef ik met liefde en dankbaarheid mijn ziel terug aan mijn Schepper.
Op dat moment versnelde de achterliggende personenauto en remde de vrachtwagen af.
Mmm, zelfs Nederlanders anno 2017 zijn niet zo asociaal dat ze moedwillig een medeweggebruiker van twee kanten aanrijden. Zeker niet als ze zeer waarschijnlijk zelf schade aan de botsing zullen overhouden.
Met een ruk aan het stuur lukte het onze redacteur om door de sandwich heen de linker rijbaan op te schieten.
Toen zwiepte de vrachtwagen echter alsnog naar links en dreef onze redacteur tweemaal (!) tegen de vangrail. Iedereen die iets van statistiek en kansberekening weet, begrijpt dat de kansen op toeval hier aanmerkelijk afnemen.
Dankzij de 2.5 symmetrical AWD kaatste de Legacy Outback van onze redacteur niet terug van de vangrail tegen de vrachtwagen – je vóelt op zo’n moment gewoon hoe de andere wielen je op de weg houden – en kon onze redacteur uit de houtgreep rijden.
Op dezelfde avond rond 19 uur liet de 12-jarige dochter van onze redacteur in Doorn de hond uit. Ze liep een klein stukje over de onverharde Postweg.
Toen zij het bos weer uitliep, kwam er een helblauwe auto aanscheuren die abrupt afremde voor het bospad en de uitgang blokkeerde.
Een gemaskerde man stapte uit. Hij liet de motor draaien en kwam met rasse schreden – en strakke blik – op de dochter van onze redacteur af.
De dochter riep de Mechelse herder, die afgeleid was door de kippen bij de volkstuintjes. De Mechelaar kwam met ontblote tanden aanzetten en de gemaskerde man maakte rechtsomkeert, rende terug naar zijn auto en reed weg met openstaand portier.
Wat door de generatie van vóór de seksuele voorlichting weinig beseft wordt, is dat de inhoud van de voorlichting de afgelopen 10 jaar radicaal veranderd is.
Bij ‘seksuele voorlichting’ denken ouders aan wat ze zelf in de tweede klas van de middelbare school bij het vak biologie gehad hebben.
In mijn geval – het Johan van Oldenbarnevelt Gymnasium in Amersfoort rond 1980 – ging dat ongeveer als volgt:
We kregen een droge uitleg hoe de voortplanting werkte. Geslachtsgemeenschap, ejaculatie, zaadcel, eicel, conceptie, zwangerschap, saai, saai, saai. Er werd wat gegiecheld (meisjes), er werden wat onhandige grappen gemaakt (jongens) en dat was het. Het werd goed opgenomen, want de pubers waren er klaar voor.
Maar daar heeft de huidige voorlichting, los van het feit dat het niet aan pubers van 14, maar aan kinderen van 8 tot 12 wordt gegeven, niets te maken. Net zoals Nieuw Links na de overname van de Vrijzinnig Protestantse Radio Omroep in 1974 er bewust voor koos om de naam niet te veranderen, bijvoorbeeld in “Nieuwe Linkse Radio Omroep”, maar om de adjectieven ‘vrijzinnig’ en ‘protestants’ ter meerdere eer en glorie van de misleiding van de luisteraar te handhaven, zo hebben de apostelen van de seksuele verderving ervoor gekozen om het woord ‘voorlichting’ te handhaven.
De huidige ‘seksuele voorlichting’ beschrijft echter niet voortplanting, niet hoe kinderen worden verwekt en geboren, maar instrueert het gebruik van een condoom, het voorkomen van ongewenste zwangerschappen, bescherming tegen soa’s, het verschijnsel menstruatie, hoe je maandverbandjes, inlegkruisjes en tampons moet gebruiken, wat een natte droom is, wie er een grote leuter heeft en wie een kleine, het haar op en de omvang van de schaamlippen van de poes, et cetera. Er worden filmpjes vertoond van een roodharig meisje dat over een piemel peinst, die in de vorm van een stripballon in beeld gebracht wordt, van een meisje met een lip-piercing die een jongen tongzoent, en van een babyboomer die voor de klas die uitlegt wat een stijve piemel is.
Dokter Corrie doet op een skelet voor hoe je moet tongzoenen en gilt: “Piemel, piemel, piemel!”
Maar voordat u rustig kunt oversteken – let op: er kan nog een trein komen – komt achter de seksuele voorlichting de ‘seksuele vorming’ te voorschijn, het eigenlijke doel van de hele pedofiele exercitie.
Daar wordt aan de kinderen uitgelegd over neuken, vingeren, beffen, pijpen, aftrekken, klaarkomen, anaal, et cetera.
Lieve kinderen, je kunt ook in de aars of in de mond komen.
Seksuele vorming direct invoeren was natuurlijk niet gelukt, daarom is het gegaan via het opstapje van seksuele voorlichting. Als je een kind uitlegt wat menstruatie is, moet je het immers ook uitleggen wat pijpen en beffen is niet?
Heer, vernietig hen. Heer, vernietig hen, die onze kinderen trachten te verderven.
In de Orwelliaanse cultuur, waarin Nederland is afgezonken, betekent ‘seksuele vorming’ in werkelijkheid ‘seksuele misvorming’. Want de onderwijsporno brengt niet alleen schade toe aan de emotionele ontwikkeling van de kinderen, maar ook aan hun affectieve en seksuele ontwikkeling. In het gunstigste geval zullen ze bij hun ontmaagding moeten terugdenken aan meester Theo of juf Merel, die hen hebben voorbereid op dit bijzondere moment. In werkelijkheid zijn ze meestal zo geschokt door de porno, dat ze een breuk van vertrouwen ervaren in het gezag van leerkrachten, en een gevoel van schending van hun intieme wereld.
Er is bovendien een verband tussen de pedofilisering van de Nederlandse maatschappij en de radicalisering van Nederlandse moslims.
Als dit zo doorgaat, zou ik het begrijpen – in de rechtse betekenis van ‘begrijpen’, niet in de linkse betekenis van ‘goedpraten’ – als mijn Turkse vrienden Mustafa en Musa terug de moskee in zouden vluchten. Dat zou ik ook doen, als ik hen was.
Mustafa heeft zijn kinderen naar een katholieke school gestuurd, omdat hij de best mogelijke opleiding voor zijn kinderen wilde. Ik heb zijn dochter behoed voor blijven zitten, doordat ik had ontdekt dat ze tussen twee kleppende jongens in zat en de juf niet goed verstond. Ze was het stille, maar intelligente type. Tja, moeilijk om dat te herkennen in een Turks meisje, althans voor een politiek correcte linkse troela die voor de klas staat en die Turkse leerlingen ziet als leden van een zielige minderheid, in plaats van als individuen met een buitenlandse achtergrond die graag succesvol willen zijn in hun nieuwe vaderland.
Mustafa vroeg of zijn dochter ergens anders kon zitten, maar de juf was zo beledigd dat het drie weken moest duren en Mustafa rood moest aanlopen, voordat zijn dochter voorin mocht gaan zitten. In no time haalde de slimme meid vervolgens de achterstand in en ging alsnog over naar de volgende klas. Daar haalde ze vervolgens de beste cijfers, met name voor talen.
Mustafa is een gematigde moslim. Hij is eigenlijk helemaal geen moslim, maar in de eerste plaats gewoon Mustafa, in de tweede plaats een man met een vanzelfsprekend eergevoel, in de derde plaats Nederlander, in de vierde plaats Turk en in de vijfde plaats iemand met een gematigde islamitisch geloofsovertuiging.
Maar wat moet hij, en wat moeten duizenden andere Turkse ouders, als hun kinderen op school met het ver voortgeschreden morele verderf van de Nederlandse cultuur geconfronteerd worden?
Integreren?
Mustafa is gematigd, hij heeft een innerlijke wijsheid en zal alle beproevingen doorstaan, maar er zijn talrijke andere moslims die zo walgen van het verderf van het Westen, dat ze liever radicaliseren dan accepteren, wat de gepedofiliseerde Nederlandse maatschappij van hen vraagt.
Dankzij de redactie van het NRC Handelsblad, die ons wees op de rol van het Rutger instituut in het “aanmoedigen” van lagere scholen om aandacht aan seksualiteit te besteden, hebben wij de link gevonden tussen de uit de hand gelopen seksuele voorlichting en de poging tot pedofilisering van de Nederlandse samenleving in de jaren ’70 en ’80.
Dit “kenniscentrum seksualiteit” blijkt de drijvende kracht achter het zieke idee om “seksuele voorlichting” te geven aan kinderen op lagere school (pijpen, vingeren, anale seks, etc.). De voorzitter van de Raad van Bestuur van het Rutgers instituut is Andrée van Es.
Mevrouw van Es is geboren in 1953 en was vanaf 1975 verbonden aan de Pacifistisch Socialistische Partij (PSP), totdat die partij in 1989 opging in GroenLinks. Zij werd in 1981 verkozen in de Tweede Kamer en werd in 1986 fractievoorzitter van die partij.
Punt 28 van het verkiezingsprogramma 1981-1985 van de PSP luidde: “Afschaffing van de strafbaarstelling van abortus en vrijwillige euthanasie. Afschaffing van de strafbaarstelling van pedofilie.”
De partij waar mevrouw van Es parlementariër van was, wilde pedofilie legaliseren!
De pedofilisering van de Nederlandse samenlevingin de jaren ’80 is op een haar na gelukt. In 1985 stelde VVD-minister van Justitie Korthals-Altes voor om seks mét – dus niet seks tússen – jongeren van 12 jaar te legaliseren. Daar kwam zo’n felle reactie op bij het niet-pedofiele deel van Nederland, dat Korthals-Altes het voorstel niet durfde in te dienen.
In 1991 nam de Tweede Kamer een wetsvoorstel aan om van misbruik door volwassenen van kinderen tussen de 12 en 14 jaar een zogeheten klachtdelict te maken, waardoor er geen vervolging meer mogelijk was, tenzij het slachtoffer een klacht zou indienen.
Bij de liberalisering van volwassen pornografie liet Korthals-Altes na om een verbod op de verspreiding en openbare tentoonstelling van kinderporno in de wet op te nemen, waardoor de handel in kinderporno tot halverwege de jaren ’80 in de praktijk vrij was.
In 1995 stelde een commissie van de Partij van de Arbeid, met daarin Aad Kosto en Eric Jurgens, voor om porno met kinderen tussen 12 en 14 ook tot klachtendelict te maken. Maar door de schok die de Dutroux-affaire teweeg bracht werd het tij gekeerd en in 1995 werd het klachtvereiste weer uit het strafrecht gehaald.
Het lijkt er nu op dat, nu de poging om de Nederlandse samenleving via de politiek te pedofiliseren is mislukt, er wordt geprobeerd om dat via het onderwijs te doen. Niet verbazingwekkend, want pedofielen trekken natuurlijk naar beroepen toe, waar ze met kinderen in aanraking komen, zoals bijen op de honing afkomen.
Dat gebeurt door instellingen als het Rutger instituut, in samenwerking natuurlijk met de inspectie van het onderwijs en met behulp van fanatieke, geïndoctrineerde linkse leerkrachten.
Laten we het Rutgers instituut eens nader bekijken. Het ‘meerjarenplan 2014-2017‘ van de moederorganisatie Rutgers WPF stelt dat Rutgers streeft “naar een wereld waarin ieder mens zijn of haar eigen seksualiteit op een vrijwillige, prettige, veilige en gelijkwaardige manier kan beleven.”
Dat is een verkapt programma voor pedofilisering, want er staat “ieder mens”. Er wordt geen uitzondering gemaakt voor pedofielen en er staat “beleven”, waarmee wordt bedoeld “in de praktijk brengen”, dus pedoseksualiteit. Om het maar niet te hebben over andere seksuele afwijkingen, zoals necrofilie en bestiafilie (respectievelijk seks met lijken en dieren).
Verderop in het beleidsplan volgt weer een ‘lekke’ formulering, die de deur open laat voor pedofilie: “Voor elk mens in de wereld zijn of worden relaties en seksualiteit een belangrijk deel van zijn/haar leven. Sommige groepen mensen hebben daarbij echter een moeilijker positie dan andere.”
Welke groepen mensen worden hier bedoeld? Homoseksuelen in islamitische landen? Waarom die dan niet genoemd? En waarom opnieuw geen uitzondering voor pedofielen, necrofielen en bestiafielen?
Waarom nergens een grens trekken?
Bij de opsomming van de principes van Rutgers WPF staat: “We weten uit onderzoek dat een grotere rol van mannen in de zorg voor hun naasten een belangrijke sleutel is voor structurele verbetering op het gebied van SRGR: voor vrouwen, kinderen en mannen zelf”.
SRGR staat voor “seksuele en reproductieve gezondheid en rechten”. Dus er moet structurele verbetering komen van
– “seksuele en reproductieve gezondheid en rechten” voor vrouwen
– “seksuele en reproductieve gezondheid en rechten” voor mannen
– “seksuele en reproductieve gezondheid en rechten” voor kinderen
Maar wat moeten kinderen met “reproductieve gezondheid” (= seks hebben zonder geslachtsziektes op te lopen), “reproductieve rechten” (= het recht om kinderen te krijgen) en “seksuele rechten” (= het recht om seks te hebben)? Daar zijn ze toch veel te jong voor?
Alleen pedofielen kennen aan kinderen het “recht” toe om seks te hebben, want daarmee plaveien ze de weg voor de vervulling van hun bewuste of onbewuste verlangen naar seks met kinderen. Er bestaat bovendien niet zoiets al het “recht op seks”, want seks is altijd afhankelijk van de toestemming van iemand anders.
Het idee van het “recht op seks” en “reproductieve gezondheid” voor kinderen kan alleen uit een pedofiel brein komen.
Hier moet natuurlijk een einde aan gemaakt worden. We zouden kunnen aandringen op het vertrek van de voormalige vaandeldraagster van de partij voor de pedofilisering van Nederland, de PSP, maar beter is om het Rutgers instituut in zijn geheel op te doeken.
Het eerste probleem met het Rutger instituut is namelijk dat het überhaupt bestaat. We hebben helemaal geen “kenniscentrum seksualiteit” nodig, zoals het instituut zichzelf noemt. Ten tweede heeft het instituut in Nederland alleen al 90 medewerkers (!) die allemaal van uw en mijn belastinggeld betaald worden, namelijk via een subsidie van het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Sport. Ten derde is het vreemd, dat Rutgers kantoren heeft in Indonesië, Oeganda en Pakistan. Wat moeten ze daar? Indonesische jongeren uitleg geven over het gebruik van condooms?
Op de website van het instituut lezen we dat ze in Indonesië “taboe’s” willen “doorbreken”. Maar opnieuw zonder uitzondering. Bedoelen ze nou alleen taboe’s op homoseksualiteit, of ook op pedofilie?
Er is bij mijn weten maar één afwijkende vorm van seksualiteit die moreel en juridisch toegestaan is, en dat is homoseksualiteit. Want die kent geen slachtoffers. Homoseksuele relaties zijn min of meer gelijkwaardig en vinden plaats tussen volwassenen. Alle andere afwijkende vormen van seksualiteit, met name seks met kinderen, zijn streng verboden, omdat ze schadelijk zijn voor de slachtoffers.
En wat weten we van het Rutgers WPF, waar het Rutgers instituut volgens zijn website uit voortgekomen is? De instantie die mogelijk de keuze voor mevrouw van Es heeft gemaakt?
Rutgers WPF, ook wel WPF of World Population Forum genoemd, is volgens Wiki in 1984 in Nederland opgericht door het echtpaar Dianda Veldman en Roy W. Brown.
Zij hebben een uitgebreid netwerk in binnen- en buitenland en zijn er in geslaagd zijn om tientallen miljoenen belastinggeld los te krijgen voor het Rutgers instituut, geld dat maar blijft stromen, terwijl talrijke andere sectoren in Nederland het moeilijk hebben en bedrijven en burgers al veel te veel belasting betalen.
De benoeming van mevrouw Van Es blijft problematisch. GroenLinks heeft de pedofiele standpunten van de PSP niet overgenomen, hoewel de Duitse zusterpartij wel voorop loopt bij de “Frühseksualisierung” van kinderen op lagere scholen aldaar. Maar mevrouw Van Es heeft zich, althans volgens een een artikel in HP De Tijd van 3 november 2011 , niet gedistantieerd van de pedofiele standpunten van de PSP. Het risico bestaat dus dat haar benoeming ook andere goedpraters, aanhangers of praktisereerders van pedofilie aantrekt, want dat soort trekt naar elkaar toe.
De concentratie van bewuste en onbewuste pedofielen naar de softe sector van het onderwijs, verklaart waarom er zulk schunnig materiaal wordt aangeboden aan de scholen in het kader van de “Week van de Lentekriebels”.
De “kriebels” lijken meer in de broek van de pedo’s te zitten, dan in de klaslokalen van de lagere scholen.
Het is weer het typische “wishful thinking” van de pedofielen dat kinderen ook seksuele gevoelens zouden hebben. Nogal wiedes, want dan zou er sprake zijn van een “gelijkwaardige” relatie tussen pedofielen en onschuldige kinderen. En dat opent de deur voor de ‘vrijwillige’ pedofiele relaties, die expliciet in het partijprogramma van de PSP genoemd werden en impliciet in het meerjarenplan van Rutgers WPF staan.
Zou het onderwijzend personeel van Nederlandse scholen niet zo langs ideologische lijnen gelijkgeschakeld zijn, dan zou er toch ergens één school moeten staan die weigert om aan “seksuele vorming” mee te werken? Of één docent die naar de media stapte om zijn onvrede te uiten over de schunnige en schokkende (beeld-)informatie waar kinderen mee worden geconfronteerd? Eén rechtvaardige in Sodom, – no pun intended -, die opkomt voor de onschuld, de goede smaak en de gemoedsrust van de kinderen?
Maar dat is niet het geval. Net zoals in de echte DDR is in de Onderwijs-DDR iedereen bang. Blij en bang. Blij dat ze met de nieuwe ideologische instructies een betere wereld kunnen bouwen door andermans kinderen te hersenspoelen. Bang om vanuit hun geweten te handelen, bang om een afwijkend geluid te laten horen.
Wat er ook vanuit de linkse institutionele of media-hiërarchie naar beneden stroomt, het wordt kritiekloos opgenomen en doorgegeven. “Rien n’est plus dangereux que des idées généraux dans des têtes vides”, zei Frits Bolkestein bij de presentatie van zijn boek over het onverwerkte communistische verleden in Paradiso, over de lege linkse hoofdjes die door zijn boek geconfronteerd werden met de collaboratie van hun leiders met de moordzuchtige communistische dictaturen in het Oostblok.
Dat mechanisme is nog erger geworden. Het meest perverse is dat de juffen het meest meedogenloos zijn in de uitvoering van de pedofilisering, want vrouwen hebben over het algemeen juist het meeste inlevingsvermogen in de belevingswereld van kinderen. De juffen zijn meestal zelf ook moeder en zouden nooit toestaan dat hun kind getraumatiseerd wordt, omdat ze als moeder aanvoelen welke zaken niet goed zijn voor hun kinderen, althans op een bepaalde leeftijd.
Maar als de juffen voor de klas staan, handelen ze niet vanuit hun gevoel, maar vanuit hun opleiding, dat wil zeggen vanuit hun ideologische vorming. Net als bij gehersenspoelde soldaten van het Rode Leger of de Wehrmacht, wordt door de ideologie het empathische vermogen uitgeschakeld. Ze worden tot robots, die in de zieltjes van de kinderen snijden zoals de Terminator 3 door het vlees van volwassenen snijdt.
Die ‘overname’ van de juffen door de ideologie is net zo angstaanjagend voor de kinderen, als de beelden die de juf laat zien.
Als kindjes kotsend de klas uit rennen, hetgeen meermaals gebeurt bij Lentekriebels als ze weer eens een piemel moeten natekenen of porno kijken op het Digibord, zijn ze zojuist getraumatiseerd. Ze willen weg, ze willen vluchten, omdat ze niet verder getraumatiseerd willen worden.
Kindjes laten kotsen van walging is een vorm van psychisch misbruik. Het lichaam is zo geschokt en moet zo walgen, dat het de binnengekregen indrukken wil uitscheiden via de peristaltische beweging.
Dat is puur misbruik. En dat is slechts de extreme uiting van wat meer dan de helft van de kindjes voelen.
Het feit dat leerkrachten dat niet aanvoelen en als ‘terminators’ te werk gaan, is minstens net zo schokkend als de inhoud van seksuele ‘voorlichting’ zelf. Het gaat trouwens verder dan pedofilie, er zit ook een element van sadisme in dat knakken van die kinderzieltjes.
De richtlijnen worden zielloos en hersenloos uitgevoerd, niets wordt meer aan het gevoel getoetst. Het lijkt op die momenten één nihilistische machine. Een de morele grondlagen van de ziel vernietigende, voortrazende, nihilistische machine.
De Onderwijs-DDR heeft geen zelfreinigend vermogen, anders zouden ze al lang de pedofiele pedagogen hebben verwijderd of tenminste hun ideeën niet hebben overgenomen. Het Kompetenzzentrum Sexualpädagogik van de Pädagogische Hochschule Luzern in Zentral-Schweiz, dat volgens hun richtlijnen uit 2011 kindjes al vanaf de geboorte (!) ‘seksuele opvoeding’ wilde geven, heeft jaren zorgeloos kunnen functioneren, voordat het door overweldigend protest van ouders – waarvan u niets gehoord heeft in de Nederlandse media – in 2013 werd opgedoekt.
De pedofielen waren in Zwitserland te snel gegaan met de uitvoering van hun programma, namelijk de pedofilisering van de Zwitserse samenleving. Ze hadden de steun van de de jongerenafdeling van de Zwitserse socialistische partij, die kennelijk ook geïnfiltreerd was door pedofielen, en was er in geslaagd om kinderen op de crèche te laten spelen met pluche dildo’s en vagina’s. Kinderopvangjuffen moesten kinderen leren om elkaar te strelen op hun erotische zones en deden dat ook.
Tegen die en andere incongruenties zijn de Zwitserse ouders in het geweer gekomen door middel van een petitie die 92.000 handtekeningen ophaalde.
In ons blog van gisteren hebben we één gevolg van de seksuele voorlichting niet genoemd. Wellicht omdat het zo overduidelijk is.
Het zijn de meisjes die er het meeste last van hebben, als er te vroeg met seksuele relaties begonnen wordt.
Bij seks zijn vrouwen degenen die iemand in hun lichaam moeten dulden. Dat is veel intiemer dan voor mannen, die het lichaam van de ander binnendringen.
Als vrouwen hun partner volledig vertrouwen, kunnen ze daar een gevoel van extase aan beleven. Of de seks tenminste beleven als een bevestiging van de intimiteit van hun relatie.
Maar als het op een teleurstelling uitloopt, zijn zij degenen die er het meeste last van hebben, omdat het voor hen veel intiemer is.
Natuurlijk zijn er meisjes die vroeger beginnen dan anderen en daar geen of minder last van krijgen, maar dat is een minderheid. De meeste meisjes die te vroeg beginnen, krijgen er wel last van in hun latere emotionele ontwikkeling en hun relaties.
Als de seksuele voorlichting op lagere scholen leidt tot vroegtijdige seksuele relaties, zijn het dus de meisjes die daar het meeste schade van ondervinden.
Deze week wordt op talrijke scholen in Nederland seksuele voorlichting gegeven. Tot enkele jaren geleden werd dat nog gedaan op de middelbare school bij het vak biologie, maar tegenwoordig gebeurt dat op lagere scholen. Dat houdt in dat seksuele voorlichting nu niet meer aan pubers, maar aan kinderen gegeven wordt. Kinderen in de leeftijd van 8 tot 12.
Welke zieke geest heeft dat bedacht?
Seksuele voorlichting aan kinderen is inmiddels zelfs verplicht gesteld door de onderwijsinspectie.
Dat heeft geleid tot ridicule vormen van “creativiteit”. Juffen die aan de slag gaan met een banaan en twee appels, een condoom over een courgette heentrekken en het gehoor van 8 tot 12-jarigen plastisch proberen uitleggen dat je op verschillende manieren kunt klaarkomen.
Kortom, de grote mensen zijn helemaal de weg kwijt.
Laten we als voorbeeld een school in Utrechtse Heuvelrug nemen die we uit piëteit niet bij naam zullen noemen. Op maandag 20 maart kregen kinderen seksuele voorlichting, waarbij onder andere geslachtsdelen in niets verhullend detail in beeld gebracht werden en de kinderen “leerden” hoe geslachtsgemeenschap verliep.
Hoe reageerde de klas? De meest voorlijke kindjes probeerden stoer te doen, maar de meerderheid van de klas was overstuur. Een kindje moest overgeven.
Dit gebeurt niet alleen op deze school, maar ook op andere basisscholen tijdens “seksuele voorlichting”.
Dat is ook begrijpelijk, want het is volstrekt ongezond om kinderen te confronteren met zaken waar ze nog niet aan toe zijn. Dat kan hun emotionele ontwikkeling ernstig schaden. Kinderen mogen ook geen bier drinken, blowen of autorijden. Het is hetzelfde principes als met films kijken: een film die voor een achtjarige spannend is, kan een kind van vijf nachtmerries geven.
De leerkrachten hebben massaal het belangrijkste principe van elke vorm van onderwijs vergeten, namelijk dat je kinderen bepaalde lesstof pas moet aanbieden, als ze die kunnen verwerken. Dan worden ze erdoor gewapend, nu worden ze er echter door verlamd.
Kinderen tussen de 8 en 12 hebben nog helemaal geen voorstelling van volwassen seksualiteit. Die kunnen ze pas begrijpen als ze zelf seksuele gevoelens gaan ontwikkelen en dat gebeurt tijdens de puberteit, omdat dan de fysiologische veranderingen plaatsvinden, die zulke gevoelens mogelijk maken.
Voor die tijd snappen ze het niet en dat is maar goed ook, want kinderen hebben het recht om gewoon kind te zijn. Het is een misvatting dat kinderen zo vroeg mogelijk volwassen moeten worden.
De seksuele “voorlichting” wordt gerechtvaardigd met allerlei valse argumenten. Een daarvan luidt dat kinderen steeds vroeger in aanraking komen met seksualiteit en daarom zo vroeg mogelijk moeten worden voorgelicht. Maar als dat als probleem gezien wordt, en dat wordt het door iedereen met uitzondering van pedofielen en pedoseksuelen, dan moet je simpelweg voorkomen dat kinderen met seksualiteit in aanraking komen. Geen videoclips die alleen maar over seks gaan, niet reageren op contactverzoeken van onbekenden op social media, etc.
Ten tweede is het niet waar dat kinderen over het algemeen eerder met seks beginnen. Dat geldt slechts voor een beperkte groep kinderen, vaak met specifieke omstandigheden. Ten derde is het causaal verband, als daar al sprake van is, juist omgekeerd, want kinderen hebben juist de neiging om te reproduceren wat ze zien, niet om te doen wat ze te horen krijgen. Vandaar het Engels spreekwoord: “Don’t do as I do, do as I say” dat geldt als voorbeeld hoe je het niet moet doen. Kinderen zullen door “seksuele voorlichting” dus geneigd zijn om eerder met seksuele relaties te beginnen.
Misbruik voorkomen
Een ander vals argument is dat kinderen op jonge leeftijd voorgelicht moeten worden over seksualiteit om te voorkomen dat ze misbruikt worden. Het is echter de vraag of kinderen minder vatbaar worden voor seksueel misbruik, als je ze zo vroeg aan seksuele voorlichting blootstelt. Door het feit dat kinderen leren accepteren dat leerkrachten hen, gebruik makend van hun gezagspositie, nare gevoelens overdragen, leren ze juist van volwassen mensen zaken te accepteren, waarvan ze eigenlijk vinden dat die ongepast zijn. Dat werkt misbruik juist in de hand.
Bovendien ervaren kinderen de voorlichting zelf als schokkend. Een kind zodanig traumatiseren dat het moet overgeven, is een vorm van geestelijk misbruik.
Gelukkig worden
Dan is er de al even valse redenering dat een kind later ongelukkig wordt, als het geen seksuele voorlichting krijgt. Dat is bijna een pedofiele projectie. Als je wilt dat je kind later gelukkig wordt, moet je het juist geen seksuele voorlichting geven, maar beschermen tegen informatie die niet bij de leeftijdsfase hoort.
Als ze van school onbewust de suggestie meekrijgen dat ze op hun twaalfde met seks moeten beginnen, en ze doen dat ook, zullen ze daar later last van krijgen. Als ze dat vrijwillig doen, krijgen ze daar zelfs nog meer last mee, omdat ze dan een negatief zelfbeeld ontwikkelen en met schuldgevoelens te kampen krijgen. Ze moeten inzien dat het misbruik door de context is gegeven. Elke seksuele relatie die voor de puberteit plaatsvindt, berust in feite op een of andere vorm van misbruik.Met seks kun je dus beter een jaar te laat beginnen, dan een jaar te vroeg.
Een ander argument is, dat voorlichting ertoe dient om ongewenste zwangerschappen te voorkomen. Maar dan kan mamma toch ook gewoon aan haar dochter vertellen dat ze voorzichtig moet zijn? Daar hebben we toch geen juf voor nodig, die voor de klas het gebruik va een condoom demonstreert?
Dan is er nog de bewering dat kinderen vóór de ontwikkeling van fysieke seksuele eigenschappen al seksuele gevoelens zouden hebben. Dat is opnieuw een pedofiele projectie, die ongemerkt in de pedagogie is terechtgekomen. Pedofielen hebben seksuele gevoelens voor kinderen en daarom zouden ze willen dat die gevoelens wederzijds zijn. Dat creëert de schijn van gelijkwaardigheid en vrijwilligheid in de relatie van een pedofiel met een minderjarige. Maar dat is niet het geval. Pedofiele relaties zijn nooit “gelijkwaardig”, maar berusten altijd op misbruik van het leeftijdsverschil, van nieuwsgierigheid, van schuldgevoelens of van een afhankelijkheidspositie. Ze leiden ook altijd tot schade in de latere emotionele ontwikkeling van het slachtoffer.
Tenslotte is er de bewering dat personen die geen seksuele voorlichting hebben gehad, ongelukkig zouden worden. En dat voorlichting nodig zou zijn om aan hun latere geluk bij te dragen.
Dat veronderstelt echter dat alle generaties die niet op de lagere school voorlichting gehad hebben, ongelukkig zijn geworden. Maar dat is de hele mensheid tot nu toe! Dat is natuurlijk een absurde claim.
Recht ouders
Los van deze inhoudelijke overwegingen, is de bemoeienis van scholen met de seksuele opvoeding van de kinderen van andermans ouders niet op zijn plaats.
Scholen zijn er om de kinderen onderwijs te geven, maar ouders bepalen wat voor opvoeding ze aan hun kind willen geven. Seksuele voorlichting is een onderdeel van de opvoeding en heeft op scholen dus niets te zoeken.
Het is het exclusieve recht van de ouders om te beslissen wanneer, hoe en óf hun kinderen seksuele voorlichting krijgen.
Haal seksuele voorlichting zo snel mogelijk uit het basisonderwijs. Breng het terug naar biologieles in de tweede klas van de middelbare school of beter nog, bemoei je er helemaal niet mee.
Aangezien ons blog de kandidatuur van Trump voor het presidentschap van de Verenigde Staten van Amerika voorspeld en gesteund heeft, is het nu onze verantwoordelijkheid om te wijzen op de donkere kant van het beleid van deze kandidaat.
Het belangrijkste kritiekpunt op de beleidsvoornemens van Donald Trump, is in de Nederlandse media niet tot nauwelijks aan bod gekomen.
Trump heeft namelijk desgevraagd verklaard dat hij ondervragingstechnieken als waterboarding, stresshoudingen en dergelijke niet gaat afschaffen, maar juist gaat uitbreiden.
De voormalige marinier (Navy Seal) en gouverneur van Minnesota Jesse Ventura heeft zichzelf laten waterboarden om te zien of het echt als foltering kon worden beschouwd en heeft na afloop verklaard dat waterboarden pure foltering is. Ventura noemt waterboarden een “oorlogsmisdaad”, waartoe je je niet moet verlagen als land of als opperbevelhebber. En al helemaal niet als soldaat, die een eed heeft gezworen op de grondwet.
In Hollywoodfilms en Amerikaanse televisieseries is het nog erger. De een na de andere populaire acteur en actrice laat zich door geld of ijdelheid omkopen om het martelen bij het filmpubliek acceptabel te maken. Bruce Willis, Denzel Washington, Jack Bauer, de lijst is eindeloos.
Overheden, dan wel samenlevingen die folteren zijn een nachtmerrie, een eindpunt van de morele ontwikkeling van een volk of een land. Dat mag je nooit toestaan. Als Amerikanen toestaan dat hun regering onschuldige, of zelfs schuldige personen foltert, verliest het land zijn karakter en de morele superioriteit die het in bepaalde opzichten heeft ten opzichte van de rest van de wereld. Daarmee verliest het zijn ziel.
De VS zijn the home of the brave and the land of the free, niet de Capitol uit de Hunger Games.
De VS zijn een van die landen, die in laatste instantie door moraliteit bijeengehouden worden. Niet door bloed, herkomst, religie of ideologie, maar door gezamenlijke waarden, zoals die zijn vastgelegd in de Onafhankelijkheidsverklaring (Declaration of Independence), de Grondwet (Constitution) en de Amendementen (Bill of Rights) van de Verenigde Staten, waarin de individuele rechten worden uitgewerkt. Je kunt ook zeggen: door een geheel aan randvoorwaarden dat de ontwikkeling van het individu wil faciliteren.
Wat dat betreft lijkt het op Frankrijk, dat wordt gedefinieerd door de “republikeinse waarden” (“valeurs republicaines”), samengevat als “vrijheid, gelijkheid en broederschap”. Het verschil is dat de VS aan die gezamenlijke waarden een sterke toekomstgerichtheid hebben gegeven door aan de “onvervreemdbare rechten” van Leven en Vrijheid, die in de Onafhankelijkheidsverklaring in navolging van de filosofie van John Locke zijn vastgelegd, het beginsel van “pursuit of Happiness” toe te voegen. Oftewel de mogelijkheid voor elke Amerikaan om zich te ontplooien.
Het folteren van personen, omdat een opsporingsambtenaar roept dat ze verdacht zijn van terreur, stelt het principe van willekeur in de plaats van dat van de heerschappij van de wet. Nog los van het feit dat 9 van de 10 verdachten van terreur onschuldig zijn. Het is tevens het absolute tegendeel van het principe van ontwikkeling van het individu. Het is een poging om het individu mentaal, emotioneel en fysiek kapot te maken.
Folteren ontmenselijkt de hele maatschappij die het praktiseert. Een samenleving die onschuldige mensen martelt, verdient het om zelf vernietigd te worden. Niet door mij en niet door U, maar door de krachten die worden losgemaakt en die zich uiteindelijk tegen die samenleving zelf keren.
Als het bindmiddel van een land bestaat uit morele waarden in plaats van bloedbanden, dan is het zo dat het schenden van die morele beginselen tot desintegratie van de eigen maatschappij leidt.
Als Donald Trump daadwerkelijk alle Amerikanen wil verenigen, – en we hebben geen reden om aan te nemen dat zulks niet het geval is -, dan moet hij de verwerpelijke praktijk van het folteren van verdachten verbieden. Doet hij dat niet, dan graaft hij zijn eigen politieke graf en zal het zover komen dat verschillende Amerikaanse staten zich gaan afscheiden.