In de media monitor van vandaag besteden we aandacht aan een ouder bericht uit de Russische media, in de vorm van een bericht van Interfax van 1 februari 2018, omdat het een zaak betreft die in de Russische media ruim aan bod is gekomen, maar in de Westerse media weinig aandacht heeft gekregen.
Namelijk het bezoek aan Washington van de hoofden van de Federale Veiligheidsdienst van de Russische Federatie (FSB), de opvolger van de KGB, van de Buitenlandse Inlichtingendienst van de Russische Federatie (SVR) en van het Hoofddirectoraat Inlichtingen van de Generale Staf van de Strijdkrachten van de Russische Federatie (GROe), waar zij waarschijnlijk een ontmoeting hebben gehad met hun Amerikaanse tegenhangers.
CIA-directeuren ontmoeten hun Russische ambtgenoten regelmatig voor overleg over uiteenlopende zaken. Wat echter bijzonder was aan dit bezoek, is het feit dat de hoofden van de drie belangrijkste Russische inlichtingendiensten tegelijkertijd voor overleg in Washington waren en dat dit bezoek plaatsvond op een moment dat de binnenlandse Amerikaanse politiek in het teken stond van beschuldigingen aan het adres van Rusland dat het geïntervenieerd zou hebben in de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016.
Het is inderdaad opvallend dat de leiders van zowel de civiele als de militaire inlichtingendiensten, alsmede van de contraspionagedienst gelijktijdig naar Washington reizen.
Omdat er geen inhoudelijk verslag is geweest van dit topoverleg, weten wij niet wat er besproken is. De reden kan zijn geweest dat president Donald Trump de Russen wilde geruststellen. Hij probeert Rusland immers te vriend te houden, terwijl er druk op hem wordt uitgeoefend om de sancties tegen Rusland aan te scherpen.
Het laat zich aanzien dat Trump mogelijk een dubbele buitenlandse politiek jegens Rusland voert, waarbij hij enerzijds het anti-Russische kamp tevreden probeert te houden en anderzijds de Russische partners gerust wil stellen.
De Russische media wijzen erop dat de Amerikaanse sancties tegen de leiders van hun inlichtingendiensten in het belang van het overleg tijdelijk buiten werking zijn gesteld.
Er zijn experts die menen dat de lijst met doelwitten van de aanval van Amerikaanse, Britse en Franse troepen van 10 april 2018 op Syrië in handen van de Russische strijdkrachten is geraakt, waardoor Rusland tijdig zijn adviseurs van die plekken weg kon halen en een onnodige escalatie in de Amerikaans-Russische betrekkingen is voorkomen, die zeker plaatsgevonden zou hebben, indien er bij die actie Russische slachtoffers waren gevallen.
Zo bleef de aanval gericht op de regering van president Assad en is Trump er kennelijk in geslaagd om middels stille diplomatie de anti-Russische angel uit de aanval te halen.
Het is het soort geschiedschrijving dat meestal pas 30, 60 of 90 jaar na dato plaats vindt.